Het eerste kwartaal zit er bijna op voor kersverse CEO Niek Lentink. Het oppakken van deze rol markeert de start van zijn derde decennium in de spoorwereld. Waarom heeft Swietelsky Rail Benelux volgens hem alles in huis voor een glansrijke toekomst?
Na de HTS en universiteit belandde Niek met een omweg bij het spoor. “In 2003 was de aanleg van de HSL in volle gang. Namens ingenieursbureaus DHV werd ik gedetacheerd bij BAM Rail. Ik had nog nooit van mijn leven spoor gebouwd, dus het was een enorme leerschool.” Na deze eerste klus bleef hij in de spoorsector. “Ik begon als werkvoorbereider en groeide door naar projectleider en uiteindelijk projectmanager. Spoorprojecten staan voor complexe logistieke puzzels onder tijdsdruk. Er zit alles in: het verwerken van grote volumes beton en staal, verschillende techniekvelden, specialistische machines en daarnaast zorgvuldige voorbereiding en planning. Dat maakt het écht anders dan andere infra.”
Extra dimensie
Na projecten als Maasvlakte 2 en het grootschalige vernieuwingsproject MEGA kwamen er ook internationale projecten op zijn pad. “Ik heb een aantal jaar in Engeland gewerkt. Dat gaf weer een extra dimensie.” Eenmaal terug in Nederland zette Swietelsky hier de eerste stappen op de spoormarkt. “Alles wat mij boeit aan het spoor, het internationale en de technologie, zat er in potentie in.” En dus maakte hij de overstap. Nu, tien jaar later, staat Niek zelf aan het roer en ziet hij veel kansen voor deze nieuwe fase van het bedrijf.
“Nu is het moment om dat uit te nutten.”
Stroomversnelling
“Het is een interessante tijd om het stokje van John over te nemen”, concludeert hij. “De spoormarkt is volop in beweging. Bovendien valt deze overgang precies samen met de nieuwe fase waar Swietelsky als concern in zit.” Volgens hem is het logisch dat ook Swietelsky Rail Benelux nu de volgende stap zet. “Na pionieren komt groei en structureren. En hoewel het soms voelt als een stroomversnelling: we doen de goede dingen.” Hij doelt daarmee op drie belangrijke ontwikkelingen voor de komende jaren. “De eerste tien jaar waren we vooral bezig om onze machines naar Nederland te halen. De focus lag op BBV-werk en het behalen van andere spoorse erkenningen. Nu is het moment om dat uit te nutten. We willen als allround project- en onderhoudsaannemer actief zijn in en rond de gehele spoorzone.” Allereerst ziet Niek daarvoor kansen in een breder en meer divers portfolio. “Dat betekent enerzijds het werk meer spreiden over België, Nederland en Luxemburg. En dan reken ik een deel van Duitsland daar ook bij. Anderzijds moeten we kijken naar uitbreiding van het type projecten.” Naast machinale vernieuwingswerken ziet hij volop kansen in meerjarige integrale werken, zoals Heerlen-Landgraaf en de Maaslijn. Datzelfde geldt voor internationale samenwerking op projecten als Kassel-Fulda of met aansprekende tenders als die van het spoor in de Fehmarnbelttunnel.
“We waren tien jaar lang een mooie oefentuin.”
Schienen, Schotter, Schwellen
“We waren tien jaar lang een mooie oefentuin binnen de Swietelsky spoorbouwgroep in Europa. Schaarste in materialen, mensen en machines maakt dat we – meer dan ooit – onze krachten in de groep moeten bundelen. En gebruikmaken van elkaars kennis en capaciteit. Die kruisbestuiving is ontzettend interessant.” Niek wil daarbij duurzaamheid en innovatie een meer prominente plek geven. “Met Hamer Recycling controleren we het hele proces van aan- afvoer en hergebruik van materialen. Met de nieuwe afdeling Ontwerp & Innovatie begeven we ons op de markt voor ontwerp en willen we nog meer investeren in innovatietrajecten. Eigenlijk zijn we nu overal zelf van.” Waarbij hij benadrukt dat de basis altijd ‘rails, ballast en dwarsliggers’ zal blijven. “Of zoals onze Oostenrijkse collega’s dat zo mooi noemen: Schienen, Schotter, Schwellen.”
Pieken eruit
Een andere ambitie is om van Swietelsky Rail Benelux dé partij voor het spoor te maken. “Alle ingrediënten zijn er. We zijn een prachtig internationaal bedrijf met een diverse club jonge mensen. Dat geeft een frisse, nieuwe kijk op dingen. Ik ben echt trots op die verjonging. Het brede portfolio en de focus op duurzaamheid en innovatie maken ons een interessante werkgever. Opleiden is daarbij net zo belangrijk als projecten uitvoeren!” Niek ziet daar wel een spanningsveld. “Om een aantrekkelijke sector te zijn, moeten we de pieken uit het werk halen. Meer van maandag tot zondag werken in plaats van vrijdag tot maandag. Ik zie dat echt als doel voor mezelf om dit met elkaar te organiseren.”
“We blijven bij onze roots.”
Meant to be
De overgang naar deze nieuwe rol is geleidelijk gegaan. “We zijn hier de laatste anderhalf jaar al mee bezig geweest. En hebben er dus langzaam naartoe gewerkt. Ondertussen hebben we een hartstikke druk, vol jaar. Dat gaat gewoon door.” Met het overnemen van het stokje hecht Niek ook aan het behoud van tradities. Hij noemt daarbij de verbouwing van het pand aan de Laarakkerweg in Oisterwijk. “Toen ik hier tien jaar geleden begon, was dit pand net geopend. Ik vind het mooi dat we, nu ik aan het roer sta, de volgende stap zetten en dit verbouwen om de mensen bij elkaar te brengen. Dat is bijna ‘meant to be’. In een wereld waarin veel gebeurt, blijven we bij onze roots. Ja, ik ben blij met wat we aan het doen zijn met elkaar.”